"Hold on tight, it's gonna be a bumpy ride" - Reisverslag uit Lakes Entrance, Australië van Patrick & Suzanne - WaarBenJij.nu "Hold on tight, it's gonna be a bumpy ride" - Reisverslag uit Lakes Entrance, Australië van Patrick & Suzanne - WaarBenJij.nu

"Hold on tight, it's gonna be a bumpy ride"

Door: Patrick en Suzanne

Blijf op de hoogte en volg Patrick & Suzanne

18 November 2015 | Australië, Lakes Entrance

Oké, oké. We moeten eerlijk toegeven dat dit blog misschien iets te lang op zich heeft laten wachten. Dit is niet omdat we het niet leuk vinden om te schrijven, integendeel, we vinden het leuk om jullie op de hoogte te houden van onze belevenissen hier en we waarderen jullie reacties dan ook zeer. De reden dat we nu pas weer een blog schrijven is eigenlijk heel simpel: tijdgebrek. We horen jullie denken: 'jullie hebben daar toch zeeën van tijd?' De zee is er inderdaad, maar de tijd is slechts beperkt. Hoe dit komt is is makkelijk uit te leggen. Onze dagen zijn meestal gevuld met activiteiten en praktische bezigheden (denk aan de camper een beetje netjes houden, boodschappen doen, eten bereiden, afwassen, campings uitzoeken, ons verdiepen in de Lonely Planet enzovoorts). De avonden zijn meestal de momenten dat we tijd hebben om dingetjes voor onszelf te doen. Toevallig was het de afgelopen tijd bijzonder vaak het geval dat we tijdens het eten in de campkitchen, die zich op praktisch elke Australische camping bevindt, aan de praat raakten met andere reizigers in verschillende soorten en maten en met verschillende achtergronden. Gezinnetjes met jonge kinderen die een paar maanden rondtrekken, stelletjes zoals wij, Grey Nomads uit Australië zelf en hippies op blote voeten. Van alles wat en dit zorgt er dan ook voor dat onze avonden voorbij vliegen en dat, zoals jullie waarschijnlijk al zien aankomen, het blog schrijven er soms bij in schiet. Maar wees niet getreurd. Hier is hij dan!

In ons vorige blog zijn we gebleven bij Agnes Waters, en 'Sister Town' Town of 1770, het eerste echte surfplaatsje vanuit het noorden. Dit was gelijk ook de eerste echte plek om surflessen te nemen. De lessen kostten slechts 17 Australische dollar. Voor Patrick leek dit dan ook een uitgelezen kans om een lang gekoesterde droom uit te laten komen. De volgorde ochtend werd hij om 10 uur verwacht bij de plaatselijke surfschool, waar hij samen met een groep andere enthousiastelingen met een kunststof surfboard het strand opliep. Daar kregen zij eerst uitleg over het wel en wee van de zee, alvorens ze na een kleine uitleg de ruige golven in werden gestuurd. De les duurde zo'n 3 uur en in die tijd lukte het Patrick dan ook al enige keren op een surfboard te staan. Het was pittig, maar zeker de moeite waard en voor herhaling vatbaar. Die middag zijn we gelijk doorgereden naar het volgende grote plaatsje, Bundaberg, bekend om de gelijknamige rum die daar wordt gemaakt van het suikerriet dat in de verre omtrek te vinden is. We hebben hier overnacht op een camping gelegen aan de oever van de Burnett River, kijkend naar het centrum van dit verder weinig boeiende stadje.

De volgende ochtend hebben we Bundaberg wat verkend, maar dit bleek dus eigenlijk vrij weinig voor te stellen. We zijn dan ook al gauw richting het zuiden vertrokken, naar de volgende plek plek, genaamd Hervey Bay. Hervey Bay is een vertrekpunt van verscheidene boten die de zee op gaan om walvissen te spotten en bussen die je naar de veerpont leiden vanwaaruit je naar Fraser Island kan vertrekken. Twee activiteiten die wij ook zeker hebben gedaan. Na onze eerste nacht te hebben doorgebracht op een fijne camping vlakbij het strand van Hervey Bay, stond ons een sportieve en ietwat enerverende dag te wachten. We begonnen met een heerlijke hardlooptocht over een mooi aangelegd pad langs de zee. Na een kopje koffie en een flinke wandeling naar de plaatselijke supermarkt, hebben we fietsen gehuurd om het plaatsje nog wat beter te verkennen. Het was een leuk, warm tochtje waarbij we onderweg van alles tegen kwamen. We reden onder bomen door met een grote hoeveelheid enorme vleermuizen, wat overigens zorgde voor erg veel stank.., en we eindigden bij het noordelijkste puntje van de baai. Op de terugweg kwamen we langs een festivalterrein met muziek, gezelligheid en eettentjes, waarbij zelfs de Hollandse poffertjes niet ontbraken. Toen we onderweg wat wilden gaan drinken, sloeg de paniek toe. Patricks mobiel was spoorloos en het was bijna zeker dat hij hem onderweg verloren had. Als een gek is hij een poging wezen wagen om de route die wij die middag hadden afgelegd terug te fietsen, terwijl Suzanne met de net bestelde smoothies en een plakje bananenbrood ongerust achterbleef op het terras. Ze probeerde het nog om Patricks nummer te bellen in de hoop dat er iemand zou opnemen, maar helaas mocht dat niet baten.. Ze had de hoop eigenlijk al opgegeven en had in gedachten al afscheid genomen van de honderden foto's die zich bevonden op Patricks mobiel. Ineens werd ze op haar eigen mobiel gebeld door een onbekend Australisch nummer. Het was de man die Patricks mobiel had gevonden en hij wilde, zoals een eerlijke vinder betaamt, de mobiel graag terug geven. Na kort informatie te hebben uitgewisseld over waar hij zich bevond is Suzanne daar heen gefietst. En ja hoor.. Daar stond een gezinnetje keurig te wachten op de afgesproken plek, mét Patricks mobiel. Wat waren wij hen dankbaar! Na alle spanning die dit had meegebracht zijn we snel wat wezen koken en was het tijd om te slapen. Die dag erna stond ons namelijk nog meer enerverends te wachten.

De wekker stond deze ochtend op een bijzonder vervelend vroege tijd. Dat wij op dit onmenselijk vroege uur opstonden had overigens wel een hele leuke reden. Vandaag stond ons een van de meest gedane activiteiten die je kan dan doen vanuit Hervey Bay op de planning. Vandaag gingen we walvissen spotten! Om stipt 7.20 uur werden we opgepikt door een bus die daarna bij verscheidene andere accomodaties langsreed om andere 'soon-to-be' medereizigers op te pikken. De bus bracht ons uiteindelijk bij Hervey Bay Marina, de haven vanwaaruit onze boot, met de naam Whalesong, vertrok. Het weer liet helaas soms iets te wensen over, een zonnetje werd ruw verstoord door een fikse regenbui, maar het kon de pret niet drukken. Wij hebben walvissen gezien! Helaas zwommen ze niet onder de boot door of sprongen de walvissen op vanuit het water, maar we hebben ze wel gezien! En dat was gaaf! Heel bijzonder om op zo'n relatief korte afstand zulke grote gevaartes zich door de zee te zien begeven, terwijl ze rondtolden en ze met hun staart en vinnen op het water sloegen. De terugtocht bracht ons uit de buien vandaan, waarna we nog even heerlijk van de zon konden genieten.

De dag erna moesten we wederom vroeg uit dit veren. Ditmaal stond die andere welbekende activiteit die je vanuit Hervey Bay kan ondernemen op de planning. Vandaag gingen we naar Fraser Island. Dit eiland bestaat enkel en alleen uit zand. Sterker nog, Fraser Island wordt met 120 kilometers in lengte en 24 kilometer in breedte (1840 km2 in oppervlakte) beschouwd als het grootste zandeiland ter wereld. Daarnaast is het zowel het grootste eiland van Queensland als van de East Coast en het zesde grootste eiland van Australië. Het eiland maakt onderdeel uit van de Great Sandy National Park, waartoe ook de Great Sandy Strait behoord. Deze met zandbanken beladen waterstraat scheidt Fraser Island van het vaste land. Vroeger, toen de zeespiegel nog een stuk lager lag, was deze straat bij tijd en wijlen nog begaanbaar. Voor ons was het inmiddels niet meer begaanbaar. Waar de Aboriginals vroeger met een kano of op een vlot het water overstaken, doet men het in deze moderne tijd met een veerboot. Een bus pikte ons 's ochtends vroeg van de camping op en bracht ons naar deze Fraser Island Ferry. Na een korte zonnige overvaart kwamen we aan op dit Word Heritage eiland. Fraser Island wordt overigens niet alleen maar bezocht vanwege haar kilometers lange strand en meters hoge duinen. Op Fraser Islamd bevindt zich namelijk ook bijzonder veel groen en blauw. Groen van de diverse vegetatie en blauw van kristalheldere meren, waarvan 25 permanente zoetwatermeren. Tot de diverse vegetatie behoren ondermeer (sub)tropisch regenwoud, eucalyptus en mangroves. Ik hoor jullie denken, hoe kunnen deze bomen en planten nou op een uit de kluiten gewassen zandbank groeien? In zand zitten toch helemaal niet voldoende voedingsstoffen? Dat klopt. Nu wil het zijn dat er zich op Fraser Island ook een bepaalde fungus of schimmel bevindt die bij afbraak de noodzakelijke voedingstoffen afgeeft om deze diversiteit aan flora in leven te houden. Fascinerend! De veerboot meerde aan midden tussen de mangrovebossen, gelegen net naast een riviertje afkomstig van het eiland. Daar op de kleine parkeerplaats tegenover de aangemeerde veerboot stond onze vervoer van de dag. Het was overduidelijk een bus, maar had ook veel kenmerken van een 4WD. Dat was ook wel nodig omdat er op Fraser Island enkel onverharde wegen zijn. Op een regenachtige dag kunnen deze wegen net een enorme modderpoel zijn. En ten tijde van een droge periode is het vaak onmogelijk om je door het zachte zand te ploeteren. Veel 4WD konden dan vast komen te zitten. Volgens de chauffeur zou ons vervoermiddel daar geen enkel probleem mee hebben. Het zou alleen wel een 'bone-retteling drive' worden. De chauffeur, die tevens dienstdeed als gids, zei dan ook aan het begin: 'Hold on tight, it's gonna be a bumpy ride', en dat was het. Onze eerste stop was bij het zogeheten Central Station. Dit is niet de plek vanwaar de plaatselijke trein vertrekt, maar een in het midden van het eiland gelegen station waar een halve eeuw geleden nog houthakkers een waar dorpje hadden gevestigd. Tegenwoordig is het een openlucht museum en een van de toeristische uitstapjes op het eiland. Naast dit oude 'logging station' bevindt zich een boardwalk, genaamd Wanggoolba Creek, gelegen langs een prachtig helder beekje. Daar aangekomen begon onze gids ronduit te praten over de vele, metershoge, bomen die hier stonden, de vele dieren die je hier kon vinden en hoe Fraser Island door de eeuwen heen is gevormd tot wat het nu is. Ik zuig deze informatie allemaal dan ook niet uit mijn duimpje. Hij vertelde ook het een en ander over de voormalig bewoners van dit eiland, de plaatselijke Aboriginals. Zo maakten zij van bladeren en boomschors waterzakken en tassen. Daarnaast bevonden wij ons op dat moment op een ietwat bijzondere plek voor de Aboriginals. Het beekje was namelijk de plek waar de vrouwelijk Aboriginals 'womens business' deden. Met andere woorden, daar kwamen de Aborignial kinderen ter wereld. Voor mannelijke Aboriginals was het daarom ook not done om daar te komen. Toen de gids een aantal jaar geleden een groep Aboriginals over het eiland rondleidde, weigerde de mannen mee naar beneden te lopen. Wederom fascinerend! Het is overigens niet alleen flora dat zich in grote getale op dit eiland bevindt; er bevindt zich ook het een en ander fauna op Fraser Island. Zo is er de op één na dodelijkste slang van Australie, en daarmee van de wereld, te vinden en maakt er een bepaalde hond, genaamd de Dingo, de boel onveilig. De dingo's komen overigens niet van oorsprong van het eiland, daar alleen buideldieren de enige zoogdieren zijn die vanuit oorsprong uit Australië komen. Ze zijn vermoedelijk afkomstig uit Zuid-Oost Azië en hier relatief kort geleden naartoe verhuisd. De dingo's komen zelfs voor op grottekeningen van Aboriginals, dus ze waren hier al wel eerder dan blanke mens. Onze gids had overigens nog nooit meegemaakt dat er iemand vanwege een slangenbeet was overleden op Fraser Island, wel hebben de Dingo's dodelijke slachtoffers gemaakt. Dingo's hebben namelijk, net als bijvoorbeeld wolven, een hiërarchische structuur binnen hun roede, waarbij dus een alpha mannetje de leiding heeft. De dingo's dagen elkaar continu uit om zodoende hoger in de hiërarchie te komen. Maar soms zien ze ook mensen als opponenten. Daar volwassen en adolescente mensen bij voorbaat al een te grote opponent vormen, zien de dingo's kleine kinderen wel als een geduchte tegenstander. Het wordt daarom streng geadviseerd kleine kinderen bij de hand te nemen. Uit voorzorg pakte Patrick Suzanne haar handje nog maar iets steviger vast. Naast de genoemde dieren zijn er ook 354 verschillende vogels gespot op het eiland, zijn er nog 46 andere zoogdieren en 79 soorten reptielen, waarvan 19 soorten slangen, te vinden. Wij zijn van al deze dieren eigenlijk geen één tegengekomen, al zijn we er zonder dat we het wisten wel heel dicht langsgekomen. Na het groen van het regenwoud bij Central Station zetten we koers naar het blauw van Lake McKenzie, een waar paradijs. Het water van dit op 100 meter boven zeespiegel gelegen zoetwatermeer is zo helder als kristal. Om dit kristalheldere water, dat meer richting het diepe een blauwe gloed krijgt, bevindt zich een waar bountry strand. Het is één van de 25 permanente meren op het eiland. De reden dat het meer niet in het zand wegzakt komt door het groen dat dit meer omringt. Het organisch afval - bladeren, schor en dode planten - van het omringde flora heeft zich op de bodem van het meer genesteld en is door de eeuwen heen een harde, ondoordringbare korst geworden. Het water zelf is zo puur dat de meeste dieren er niet van kunnen leven. Maar mensen kunnen er wel lekker in baden. Vanwege de hoge PH waarde kom je er met zijdezachte huid en en soepelvallend haar uit, waarna je met het super fijne witte zand je tanden kan poetsen en je huid kan scrubben. Een natuurlijke spa. Als je het water in je handen zou nemen, zou je gewoon de roze gloed van de handen zien, zo helder. De reden dat het meer zo blauw is, komt doordat de korst van bovenaf er blauw uitziet. Naarmate je meer richting het strand komt wordt het water dan ook steeds witter. Als je er nu nog geen duidelijk beeld van hebt, dan weet ik het ook niet. Maar ik zou het sowieso even op internet opzoeken. Vervolgens zijn we doorgereden in de richting van het strand, waar we in het restaurant van het resort (ditmaal écht een resort) van een lopend buffet konden genieten. Nadat we onze buikjes goed gevuld hadden, reed onze uit de kleuren gewassen 4WD het strand op om vervolgens parallel aan de woeste zee over de Seventy-Five Mile Beach, richting onze volgende uitstap te rijden. Dit strand staat officieel ook in de boeken als een snelweg. Langs de weg stonden dan ook meerdere borden die snelheid aangaven. De chauffeur vertelde dat hij een tijdje geleden zelfs was geflitst. Onze volgende stop was een voormalig oorlogsschip dat zich vanwege haar roestende staat perfect leende voor wat artistieke hoogstandjes. Na het schip, dat momenteel het Maheno Shipwreck wordt genoemd, uitgebreid op de foto te hebben gezet, konden we ervoor kiezen om de komende 15 minuten met een klein vliegtuigje naar de volgende highlight te worden gebracht. Hoewel het ons een bijzonder gave ervaring leek, besloten we, na een blik in onze portemonnee gericht te hebben, dat wij deze gave mogelijkheid lieten schieten. Met de paar andere passagiers die bedankt hadden, werden we vervolgens naar klein beekje, Eli Creek genaamd, gebracht dat zich door de duinen het zand oprolde om uiteindelijk in de zee uit te komen. Langs deze beek bevond zich wederom een boardwalk, die ons door prachtige natuur leidde. Net als vele andere toeristen besloten we daarna via het ondiepe beekje terug te lopen. Hoewel Suzanne eerst vrij weerhoudend was, lukte het Patrick haar te overtuigen. Vanaf het beekje was de natuur misschien wel nog mooier. Zonder het door te hebben zijn we toen onder één van dodelijkste dieren van Australië gekomen doorgelopen. Toen een van de medepassagiers een foto liet zien van de slang, zonnend op het bruggetje, bleek uit de reactie van de chauffeur dat het geen lieverdje was. Enfin, en weer door. De hoogtepunten waren nu wel voorbij. Na kilometers langs de zee te hebben gereden, het roestende wrak voorbij zijn gescheurd en al hobbelend over de met velerlei bomen begroeide duinen van Fraser Island te zijn geracet, kwamen we uiteindelijk weer uit bij de veerboot en voeren we, terwijl de heerlijk warme avondzon langzaamaan achter de heuvels van het vaste land verdween, weer terug. Als dit niet één van de mooiste dagen van one reis was, dan was het wel de meest hobbelende en enerverende dagje geweest. Een waar avontuur.

Vanuit Hervey Bay zette we koers naar de Sunshine Coast, zoals de kilometerslange stranden boven Brisbane worden genoemd. Onze eerste stop op, en tevens het noordelijkste punt van, de Sunshine Coast zou Noosa worden. Via het schattige Maryborough, waar we een cappuccino dronken, en het tussen de heuvels gelegen Gympie, waar we enkel een boodschap deden, kwamen we uiteindelijk aan bij dit gezellige, aan de oever van de Noosa River gelegen, stadje. Onze camping, Noosa Holiday Park, stond eigenlijk in het zogeheten Tewantin, dat iets meer stroomopwaarts de Noosa River lag. Dit was onze uitvalsbasis voor het toeristisch aantrekkelijke Noosa Heads en de aan de oever gelegen, met appartementen en ressorts belaadde Noosaville. De stad Noosa was absoluut de moeite waard om een bezoekje te brengen vanwege haar mooie rivier vol watervogels en (zeil)boten, de boulevard die daar parallel aan lag en de vele restaurantjes en ressorts die hierop uitkijken. We zijn het die middag maar meteen het stadje wezen verkennen. Noosa schijnt de bakermat van de Modern Australian (ModOz) cuisine te zijn, en reden daarvoor werd ons tijdens deze middag meteen duidelijk. We kwamen er al gauw achter dat ze in Noosa houden van lekker eten en gezelligheid, gezien de grote hoeveelheid restaurantjes die zich aan de boulevard bevonden. De volgende dag hebben we, als echte Nederlanders, wederom fietsen gehuurd om Noosa en omgeving nog wat beter te verkennen. Onze eerste stop was bij, de zogeheten, Hasting Street, de plaatselijke Kalverstraat. Een lange straat met aan weerszijden vele meubelwinkeltjes, kledingboetiekjes en prullariawinkeltjes. Uiteraard mochten de vele surfwinkels ook niet ontbreken, want achter die leuke winkeltjes bevond zich een prachtig strand waar opnieuw gesurfd kon worden. Tot Patrick's grote spijt bleven we hier niet nog langer zodat hij wederom de golven met zijn surfboard onveilig kon maken. Na hier lekker te hebben rondgeneusd zijn we een flinke berg op gefietst die onderdeel uitmaakt van het Noosa National Park en ons naar het begin van een wandeling door doet natuurpark bracht. Na de kuiten te hebben getreind met de fiets, zijn we begonnen aan deze mooie wandeling, waarbij we constant uitzicht hadden op het eerder genoemde strand van Noosa Heads en het prachtige schouwspel van nietsontziende golven die tegen de rotsen aanbeukten. De wandeling leidde ons verder langs kleine, tussen de rotsen gelegen, pittoreske strandjes en een grote verscheidenheid aan bomen en ander flora. En in een van deze bomen zagen we dan onze allereerste wilde koala! Erg bijzonder en gaaf, juist omdat het best uniek was om daar een koala te zien. Deze dag hebben we afgesloten op een manier zoals dat hoort in Noosa. We zijn namelijk uiteten gegaan. Niet in een van de sjieke restaurantjes, maar in een gezellig (backpackers)restaurantje, waar ons een lekkere burger en salade te wachten stonden. Na onze goede tijd in dit unieke stadje, zijn we via de Sunshine Coast, met haar kilometerslange strand, hoge duinen en kleine gezellige surfstadjes, doorgereden naar het zuiden.

Het volgende grote programmapunt op onze reis bracht ons iets meer landinwaarts. Vandaag zouden we naar de Australia Zoo gaan, een dierentuin waar we al menig backpacker, vakantieganger en local over hadden gehoord. Vanuit een camping die zich vlakbij deze dierentuin bevond zijn we 's ochtends, nadat we een lekker ontbijtje hadden gehad van havermoutpannenkoekjes, naar Australisch meest bekende dierentuin vertrokken. Oprichter van deze dierentuin was niemand minder dan wijlen Steve Irwin, a.k.a. de 'Crocodile Hunter'. Deze held van Suzanne was, zoals velen van jullie wel zullen weten, bijzonder goed met krokodillen. In navolging van zijn optredens, zijn andere 'rangers' en zijn familie in nagedachtenis van zijn overlijden doorgegaan met de door hem gestarte krokodillenshows. En daar zaten wij dan, in het door Irvin ontworpen stadion, het Crocoseum. Na eerst te zijn vermaakt door verscheidene tropische vogels en 'birds of prey', kwam er een enorme krokodil van wel meer dan 3 meter lang door een opening naar binnen zwemmen. Hij was nieuw, en dat zorgde af en toe voor wat spannende momenten bij de rangers, maar deze uit de kluiten gewassen hagedis kon ons wel vermaken met zijn angstaanjagende voorkomen. Aanvankelijk waren er in deze dierentuin ook alleen krokodillen in allerlei soorten in maten te vinden, zoals je van Steve kan verwachten. Inmiddels is het aanbod aan de te bezichtigen dieren uitgebreid met o.a. koala's, kangoeroes, dingo's, wombats, schildpadden, cassowarry's en emu's. Daarnaast zijn hier ook enkele Afrikaanse dieren te vinden, zoals de zebra, giraf en neushoorn. Het idee is dat de dierentuin uiteindelijk een grote safari wordt, maar dat idee van de 'Irwin family' is nog wel heel ver weg. Na nog een blik te hebben geworpen op een muur vol met brieven en krantenkoppen over het tragische einde van deze bijzonder man en de, met foto's van Steve Irwin en zijn vrouw en kinderen volgehangen, souvenirwinkels, zijn we tegen het einde van de middag weer weggegaan. Het was een leuke dag, waarbij de krokodillenshow in het stadion middenin de dierentuin, het aaien van de koala en een selfie met de kangoeroes absoluut het hoogtepunten waren. Desondanks waren de verwachtingen, dankzij de enorme positiviteit van iedereen die we erover spraken, misschien wel iets te hoog gespannen. De gemiddelde Nederlandse dierentuin is, eerlijk gezegd, niet veel slechter. Al heb je daar geen krokodillenshow en kangoeroes en koala's die je kan aaien. Aan het einde van deze dag zijn we doorgereden naar een camping vlakbij Brisbane. De volgende dag stond ons namelijk een bezoekje aan de hoofdstad van Queensland te wachten!

Brisbane is een Australische stad gelegen in de staat Qeensland en bijna de helft van de Queenslanders heeft zich gevestigd in deze stad. Brisbane wordt door de meeste Australiërs, maar ook door veel toeristen, niet gezien als een bijzonder aantrekkelijk metropool, maar is zeker niet het overslaan waard. Je zou de stad Brisbane goed kunnen vergelijken met Rotterdam, maar dan met een iets smallere rivier, waar ook iets beter gebruik van wordt gemaakt om de stad aantrekkelijk te maken voor toeristen of ander soort bezoekers. Om en in Brisbane zijn verschillende tolwegen aangelegd, die wij graag wilden omzeilen. Om die reden duurde het even voordat we goed en wel waren aangekomen bij ons verblijf voor de komende dagen. Ditmaal geen camping, maar een hostel, genaamd 'Chill Backpackers', gelegen aan de Brisbane River. We hadden namelijk besloten een nachtje in een hostel te overnachten, zodat we ook 's avonds nog in Brisbane konden zijn, in plaats van dat we op tijd weer terug moesten om bij de camping buiten de stad te komen. Na te hebben ingecheckt, zijn we vrij snel Brisbane in gegaan, waar we een flinke stadswandeling hebben gedaan. Helaas was een paraplu geen overbodige luxe. Het was die dag erg bewolkt en ook viel er af en toe een bui. Na een kopje koffie bij een café in het plaatselijke Museum of Modern Art, vervolgden we onze wandeling langs de Brisbane River. Via de mooi gelegen boulevard kwamen we aan bij de Lagoon, waar ondanks het mindere weer wel in gezwommen werd. Achter deze Lagoon bevond zich die dag een grote markt. Na de marktkraampjes, met van alles en nog wat, bekeken te hebben zijn we de rivier overgestoken en belandden we bij The Queensland University of Technology (QUT). Een prachtig universiteitencomplex, waar het Zernike en de Uithof nog een puntje aan kunnen zuigen. Na dit complex bewonderd te hebben, terwijl we ons beseften dat het universiteits- en studentenleven in Nederland natuurlijk gewoon doorgaat en dat wij ondertussen alles doen behalve studeren, liepen we een grote botanische tuin in die zich praktisch naast het complex bevond. Via deze tuin liepen we naar het hartje van de stad. Hier waren onder andere het Central Station en een grote winkelstraat genaamd Queens Street Mall te vinden. Te midden van al deze wolkenkrabbers en het moderne geweld, stond verrassend genoeg opeens een kerk, de St. Stephen's Cathedral, wat een goed voorbeeld is van de diversiteit van deze stad. Inmiddels begon het al een beetje te schemeren, dus besloten we wat te gaan drinken op een bijzonder noemenswaardig plekje. Het restaurantje waar we zaten keek namelijk uit de op de Story Bridge. Dit is dé brug die je op de ansichtkaarten ziet staan en waar je foto's van vindt als je Brisbane intypt bij Google en zoekt op afbeeldingen. Geen verkeerd plekje om wat te drinken dus. Nadat we ons drankje en 'garlic bread' op hadden, was het inmiddels goed donker en was de brug prachtig verlicht. Tijd om het fototoestel er bij te pakken dus! Na wat te hebben gegeten bij een 'Healthy Burger'-restaurant (healthy is hét woord waarmee vele restaurantjes zich profileren hier in Australië), hebben we Brisbane By Night bewonderd en niet veel later lagen we moe van de dag in ons hostelkamertje.

Na een onrustig nachtje, dankzij dronken, luidruchtige en weinig begripvolle andere hostelgangers, was het tijd voor een wat rustiger dagje. We zijn naar een camping onder Brisbane gereden en hebben die middag even lekker niks gedaan. De volgende dag zijn we weer verder zuidwaarts gereden. Onze bestemming van die dag was de Gold Coast. Dit is een 40 kilometer lange kuststrook met meer dan twintig stranden en enorm veel wolkenkrabbers, ressorts, appartementen, restaurants en uitgaansgelegenheden. Niet voor niks dat dit een zeer geliefde vakantiebestemming is voor zowel backpackers als de Australiërs zelf. De Gold Coast is te vergelijken met een combinatie van de Spaanse Costa Brava en het Amerikaanse Miami Beach. Onze camping bevond zich in het hart van de Gold Coast, genaamd Surfers Paradise. Dit toeristische paradijsje kenmerkt zich door een enorme skyline vol wolkenkrabbers die van heinde en ver te zien is. Met ons campertje stonden we temidden van allerlei appartementen en hotels van allen minstens 20 verdiepingen hoog. Een groots contrast in vergelijking met de (bosrijke) campings waar wij daarvoor hadden gestaan. Wij hebben ons een aantal dagen goed weten te vermaken in Surfers Paradise. Zo hebben we het centrum vol winkeltjes en eetgelegenheden bezocht en hebben we hardgelopen in de nabijgelegen duinen. Het letterlijke en misschien ook wel figuurlijke hoogtepunt van dit deel van onze trip was ons bezoekje aan Skypoint, gevestigd in de top van het Q1-gebouw, het grooste punt van de Gold Coast. We zouden dit gebouw nog vaak zien vanuit de andere plekken die wij nog op de Goals Coast zouden aandoen. Het Q1-gebouw is tevens een van 's werelds smalste gebouwen en is exact 322,5 meter hoog. In maar liefst 42,7 seconden werden we met een lift van de begane grond naar de 77ste verdieping gebracht. Een bizarre ervaring! Eenmaal boven gekomen, kwamen we op een dek waarop we een adembenemend uitzicht hadden over de Gold Coast met al haar gebouwen en stranden en de zee in het oosten. We waren er aan het einde van de middag, dus we zagen het vanaf grote hoogte langzaam maar zeker steeds donkerder worden en de stad veranderen in een kleurrijk en lichtgevend geheel. Het kostte wat, maar het was absoluut de moeite waard!

Jammer genoeg sloeg het weer die avond om, wat aan de andere kant ook wel gaaf was om vanuit die toren onweer te zien, maar het zou de dagen erna nog steeds voortduren. We zijn de volgende dag naar de volgende camping gegaan, gelegen in het schattige Burleigh Heads, zo'n 20 kilometer vanaf Surfers Paradise. De rest van het dagje hebben we vervolgens doorgebracht in een enorme Shopping Mall met talloze leuke winkels die onze portemonnees niet onberoerd lieten. Daarnaast konden we vanuit de camping ook een mooie wandeling doen, vanaf waar we, ondanks de natte en voor Australische begrippen koude omstandigheden (22 graden), een mooi uitzicht hadden op de baai waar vele surfers actief waren en de skyline van Surfers Paradise. Ook bleek Burleigh Heads ook nog een leuk en gezellig plaatsje te zijn, waar ons de volgende ochtend nog een goede bak met cappuccino en een 'paleo proof' koekje stond op te wachten. Ondanks de regen hebben wij ons dus prima vermaakt. Patrick ondervond overigens dat een Nederlandse spreekwoord vertaald in het Engels,'after the rain, the sun will shine', niet echt bekend is onder de Australiërs.

Ons volgende en tevens laatste bestemming aan de Gold Coast was Coolangatta. Deze plaats ligt helemaal onderaan de Gold Coast tegen de grens met New South Wales aan. Coulangatta staat ook bekend om zijn goede surfstrandje voor zowel beginners als gevorderden. De beach was dan ook alles waar het in Coulangatta om draaide. Parallel aan het strand en haar zee bevond zich een lange boulevard waaraan vele surfwinkels, eetgelegenheden en een mooie nieuwe shopping mall waren gevestigd. Wederom een leuke plaatsje met zeker veel potentie. De esplanade vormde een ideale plek voor een hardlooptochtje. Samen met het uitzicht op de skyline van Surfers Paradise, maakte het hardlopen er niet minder aantrekkelijk op. Gelukkig ging de zon inderdaad weer schijnen. Wat Suzanne de gelegenheid bood om haar lichaam weer even op de proef te stellen. Patrick bleef deze ochtend maar iets langer in bed liggen, maar zou de boulevard en haar uitzicht nog op een andere manier bewonderen. Coolangatta, dat nog net in Queenland ligt, vormt eigenlijk samen met het aan de andere kant van de grens gelegen Tweed Heads één stad. Samen worden ze dan ook wel eens de Twin City genoemd. De straten van deze twee steden waren gewoon aan elkaar verbonden. Nu wil het zo zijn dat het in New South Wales een uur later is. Zo was het aan de ene kant van de straat 16.00 uur en toen we een paar meter verder liepen opeens 17.00 uur. Grappig en een bijzondere gewaarwording!

Vanuit Coolangatta hebben we een bezoekje gebracht aan Lone Pine Sanctorary, een kleinschalige dierentuin, waar eigenlijk één dier centraal staat, de koala. Deze dierentuin ligt eigenlijk helemaal ten hoogte van Brisbane. De reden dat we hier naartoe zijn gegaan is dat het alleen in de staat Queensland toe is gestaan om een koala vast te houden. Als er nou één ding op ons lijstje stond om in Australie te doen dan was dat wel met een koala op de foto. En laten ze dat nou net daar tussen de mooie heuvelige buitenwijken van Brisbane mogelijk maken voor een relatief klein prijsje. De dierentuin was prachtig gelegen langs de Brisbane River en er ging zelfs een ferry van het centrum van Brisbane naar deze dierentuin. Als we ooit nog eens terug komend dan zou wij eigenlijk dat moeten doen. Naast de koala's had deze dierentuin ook vele andere dieren, zoals kangoeroes, wombats, emu's en heus stel aan Europese boerderijdieren, waar we uiteraard ook een kijkje bij hebben genomen. En ook deze keer was de kangoeroe onze topfavoriet. Na ons bezoek waren we dan een scala aan selfies met dit Australische iconische dier rijker. Toen brak het moment aan dat we met de koala in onze armen op de foto mochten. Zelfs Patrick vond dit wel een beetje spannend. Daarnaast voelde het ook wel een beetje cru en erg toeristisch om hiervoor in de rij te staan, maar goed.. alles voor de goede foto! Het viel achteraf gezien eigenlijk allemaal mee. Het was een erg leuke ervaring om met zo'n oorspronkelijk wild beest in je armen te staan. En het mag gezegd worden, zelfs Suzanne, die normaal gesproken niet echt als een groot dierenfanaat beschouwd kan worden, heeft het als positief ervaren. Echt eng was het gelukkig niet. De truc was om gewoon stokstijf stil te blijven staan. De koala zou dan simpelweg denken dat je een boom was. Nog een leuk feitje over de koala's. Ze slapen gemiddeld 18 tot 20 uur per dag. Dit komt omdat zij alleen maar de bladeren van een eucalyptus eten. In deze bladeren zit zo weinig energie en voedingsmiddelen dat ze het eigenlijk niet volhouden om langer actief te blijven. Wat een leven hè..

Gelukkig hebben wij mensen voedsel met meer energie en voedingsmiddelen, dus wij stonden de volgende ochtend weer fris en fruitig op, klaar voor een nieuwe actieve dag. Na ons ontbijtje met verscheidene soorten fruit, granen, noten en Griekse yoghurt, zijn we met onze camper naarheid nabijgelegen Springbook National Park gereden, zo'n uurtje van Coolangatta vandaan. Nadat we vanuit verschillende uitkijkpunten de omgeving bewonderd hebben, hebben we onze bergschoenen aangetrokken om een prachtige wandeling te maken door de prachtige natuur aldaar. Het wandelpad bracht ons naar beneden naar een prachtige waterval. Voor iedereen die denkt dat de wandelingen in Australië je dwars door de ongerepte natuur laten lopen, hebben het mis. Eigenlijk zijn bergschoenen hier niet eens noodzakelijk. Alle wandelpaden zijn keurig aangelegd. En je zal er ook niet snel verdwalen omdat het overal bijzonder goed is aangegeven. Soms een beetje jammer, maar misschien wel verstandig met het oog op al die wilde dieren die zich ook in deze bossen bevinden. Die avond zou ons laatste avondje in zowel Coolangatta als Queensland zijn. Ter gelegenheid van dit moment zijn we dan ook uiteten gegaan. Helaas waren er veel restaurantjes dicht. Het was die dag zondag. En hoewel wij hier niet bepaald met de dagen leven, doen ze dat in Australië wel. Jammer! Gelukkig ondervonden wij dat het tentje waar wij in Brisbane hadden gegeten blijkbaar meerdere vestigingen had, waarvan één in Cooly. Na wederom een heerlijke burger - Patrick had een 'beef burger' genaamd 'the Queenslander' met kaas, ham, ei, rode biet, avocado, salade en heerlijk gekruide mayo; Suzanne had een veggie burger genaamd 'Field of Dreams' met Portobello, groene pesto, kaas, paprika, salade en ook heerlijk gekruide mayo - zijn we door de winderige nacht terug gelopen naar onze camping om wederom een nieuw nachtje in onze camper tegemoet te treden.

De volgende dag zou dus onze laatste dag in de staat Queensland worden. Al vanaf Cairns reden we door deze staat. We hebben er vele prachtige natuur, leuke steden, fantastische eilanden en nog veel meer gezien. Misschien dat we er eigenlijk wel te lang zijn gebleven. Nu wacht ons nog de staten New South Wales en Victoria, met als hoofdsteden, respectievelijk, de miljoenensteden Sydney en Melbourne. Overigens een prachtig vooruitzicht. Onze laatste ochtend in Coolangatta werd voor Patrick gevuld met een activiteit waar dit blog ook mee begonnen is. Patrick zou vandaag weer gaan surfen. En laten de weergoden nou net vandaag besloten hebben om tussen al deze druilerige dagen deze morgen met een overvloed aan zon te vervullen. Het kon niet beter. Ditmaal kreeg hij, bij gebrek aan andere enthousiastelingen die ook op dat tijdstip les wilden hebben, privé-les. Pittig, maar zeer leerzaam! Hierna zetten we verder koers naar het zuiden, de grens over, met als volgende bestemming het hippie-plaatsje Byron Bay. En er kan verteld worden, ook daar zal Patrick weer een keer met een surfboard onder z'n voeten te vinden zijn. Daarnaast nog een tipje van de sluier: New South Wales zou ons veel nieuws en mooie dagen brengen. Maar daarover, hopelijk wel wat sneller, meer. Van de hobbelige wegen van Fraser Island, de regenachtige dagen in de metropolen Brisbane en de Gold Coast en de zonnige dagen die daarop volgden zijn we weer aan een einde van dit blog gekomen.

Groetjes aan iedereen daar. Het duurt niet lang meer voordat we weer in Nederland zijn. Houd het daar, ondanks het stormachtige weer en de nare gebeurtenissen in Parijs - ja dat krijgen we hier ook uitgebreid mee - allemaal nog even uit. Wij gaan nu genieten van een heerlijke maaltijd met quinoa, feta, druiven, sperziebonen, peterselie en pompoen (met dank aan Carlijne, nogmaals bedankt!).

Liefs,
Suzanne & Patrick

  • 18 November 2015 - 15:09

    Johan:

    Prachtig, prachtig, prachtig.

  • 18 November 2015 - 15:11

    Marjan De Boer:

    Wat weer een mooi verslag. Jullie hebben al veel beleefd. Nog een maandje kids. Geniet er van! x

  • 21 November 2015 - 15:18

    Ine Stegehuis:

    Oh, ik zie het allemaal voor mij. Jullie kunnen beeldend schrijven en het is bijzonder leuk om het een en ander te lezen over jullie belevenissen. Geweldig, wat een mooie tijd voor jullie om mee te maken!
    Nog een goed laatste periode daar. Ontvang een hartelijke groet van Ine

  • 21 November 2015 - 17:07

    Marianne, Matthijs, Merel, Emma:

    Wat een prachtige reisverslagen schrijven jullie. Je zou het in boekvorm moeten uitgeven, concurrentie voor de Lonely Planet. Het enthousiasme spat van jullie verslagen af, wat zullen jullie het fantastisch hebben.
    Hier in Groningen volgen we jullie via Google Earth, hebben we er ook nog beelden bij, prachtig. We kunnen niet wachten om de foto's te zien. Lukt het jullie wel om de beoogde ronde wel te voltooien (?), jullie moeten nog heel wat kilometers namelijk.
    Nog een verzoek van Merel en Emma: of jullie een echte koalabeer willen mee smokkelen voor hen. Ze zijn zo jaloers op jullie.
    Geniet van de (nog lange) reis die jullie voor de boeg hebben, en we kijken uit naar jullie volgende verslag.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Patrick & Suzanne

Twee tortelduifjes over hun belevenissen in Australië

Actief sinds 27 Aug. 2015
Verslag gelezen: 1215
Totaal aantal bezoekers 4116

Voorgaande reizen:

15 September 2015 - 17 December 2015

Onze reis: Australië

Landen bezocht: